De steunmaatregelen houden het resultaat van ziekenhuizen het afgelopen jaar op peil. De onderliggende kasstromen zijn echter gedaald vanwege een toename in personeelslasten. Hierdoor is er minder ruimte voor investeringen. De lage investeringscapaciteit zorgt dat de lange termijn houdbaarheid van de sector onder druk staat. Dit blijkt uit de resultaten van de ZorgRating Benchmark die zijn geanalyseerd door Finance Ideas, waarbij de cijfers zijn gebaseerd op de jaarverslagen van circa 75% van alle algemene en topklinische ziekenhuizen over de periode 2010 tot en met 2020.

Steunmaatregelen houden resultaat ziekenhuizen op peil

De Coronacrisis en bijbehorende maatregelen maken van 2020 een bijzonder jaar voor de gezondheidszorg. Dit is zeker ook van toepassing op de ziekenhuissector. In de jaarrekening van 2020 zijn voor het eerst de effecten merkbaar van COVID-19 en de steunmaatregelen die zijn ontvangen. Hieruit komt naar voren dat de steunmaatregelen effect hebben gesorteerd en het resultaat op peil is gebleven. Er dient echter te worden opgemerkt dat nog niet alle jaarverslagen zijn gedeponeerd en dat hiermee het algehele beeld nog kan veranderen.

Het resultaat (in % van de omzet) ligt voor 2020 in lijn met voorgaande jaren. Deze bevindt zich al jaren rond de 1,4%. De steunmaatregelen die vanwege COVID-19 zijn ontvangen, zorgen ervoor dat het resultaat stabiel is gebleven. Als gevolg hiervan is tevens de vermogenspositie van de ziekenhuizen licht verbeterd. De solvabiliteitspositie is toegenomen van 30% in 2019 naar 31% in 2020.

Kasstromen blijven dalen: investeringscapaciteit verder onder druk 

De operationele marge laat het afgelopen jaar een lichte daling zien. De operationele kasstroom (in dit onderzoek uitgedrukt in EBITDA) ligt al jaren rond een niveau van 9%. Op dit niveau bevindt de operationele kasstroom zich sinds 2017. De ziekenhuizen lijken niet in staat om de operationele kasstromen te verbeteren die sinds 2010 aan het dalen zijn. Dit leidt ertoe dat de investeringscapaciteit van de ziekenhuizen niet toeneemt en steeds verder onder druk komt te staan.

Personeelslasten staan in de weg voor verbetering

Een oorzaak voor de lichte verslechtering van de operationele kasstroom kan worden gevonden in de toename van de personeelslasten. De toename voor 2020 bedroeg gemiddeld 6,5% tegenover 5,7% in 2019. Het aandeel personeelskosten ten opzichte van de omzet nam tevens toe van 48,2% naar 49,0%. Een belangrijke driver achter de toename van de personeelskosten lijkt te liggen in de stijging van het ziekteverzuim en van het personeel niet in loondienst (PNIL). De totale kosten in PNIL namen in 2020 toe met 40%. Het is maar zeer de vraag of dit volledig een eenmalig effect betreft vanwege COVID-19 of dat dit meer structureel van aard is.

De toename van de personeelskosten wordt deels opgevangen door een verlaging van de overige bedrijfslasten. De daling is vooral waarneembaar in de patiëntgebonden kosten. Deze bedragen in 2019 nog 20,2% van de omzet. In 2020 is dit aandeel gedaald naar 19,2%. Dit effect lijkt echter eenmalig en vooral te wijten aan COVID-19.

Minder financieren lijkt een trend

De totale kapitaallasten zijn het afgelopen jaar licht afgenomen. Hierbij bleven de afschrijvingen nagenoeg gelijk en daalden de rentelasten met circa 6,3%. Dit kan worden verklaard doordat de totale leningportefeuille afnam met ruim 8%. De totale materiële vaste activa zijn tevens afgenomen ten opzichte van 2019. Dit betekent dat het afschrijvingsniveau hoger is geweest dan het investeringsniveau. Hiermee zet de trend van minder investeren en minder financieren van de afgelopen jaren verder door.

Over het onderzoek en de resultaten

De ZorgRating benchmark wordt jaarlijks uitgevoerd door Finance Ideas en brengt de financiële prestaties en kredietwaardigheid van ongeveer 900 zorginstellingen in kaart. In één oogopslag een vergelijking van de financiële prestaties en kredietwaardigheid van zorginstellingen in Nederland. Door zestien financiële en operationele ratio’s te berekenen en te wegen tot een individuele ZorgRating, is het mogelijk zorginstellingen over de afgelopen vijf jaar met elkaar te vergelijken.

Noot voor de redactie:

Voor een toelichting kunt u contact opnemen met Pim Diepstraten van Finance Ideas, telefonisch (06-19212111) of per mail (pim.diepstraten@finance-ideas.nl)


– Uitgebreide resultaten persbericht –

Operationele kasstroom neemt licht af vergeleken met vorig jaar

De operationele kasstroom daalt licht vergeleken met het voorgaande jaar. Dit wordt weergegeven in figuur 1. Hier wordt de operationele kasstroom weergegeven ten opzichte van de omzet. Vanaf 2017 ligt deze rond een niveau van 9%. Het afnemen van deze kasstroom betekent dat de investeringscapaciteit van de sector niet toeneemt. De daling in eerdere jaren is vooral te wijten aan de invoering van integrale bekostiging. In 2010 was er een eenmalige piek waarneembaar als gevolg van de IVA-regeling (compensatie voor nieuw gebouwde ziekenhuizen).

Figuur 1 Ontwikkeling operationele kasstroom en resultaat 2010-2020.JPG

In deze figuur is tevens waarneembaar dat het resultaat (als % van de omzet) al jaren rond hetzelfde niveau van 1,4% ligt. Geen van de onderzochte instellingen heeft in 2020 een negatief resultaat gedraaid. Dit kan worden verklaard door de ontvangen steunmaatregelen als gevolg van COVID-19. Hierbij dient echter wel te worden opgemerkt dat nog niet alle instellingen hun jaarrekening geponeerd hebben op het moment van dit onderzoek.

Personeelskosten stijgen harder dan in 2019

De personeelskosten zijn het afgelopen jaar zowel absoluut en relatief verder toegenomen. De totale personeelskosten stegen met 6,5% ten opzichte van 2019. Ten opzichte van de omzet bedroegen de totale personeelskosten 49%. In 2019 was dit nog gelijk aan 48,2%. Het honorarium voor medisch specialisten steeg met 2% ten opzichte van 2019. Ten opzichte van de omzet nam het aandeel honorarium medisch specialisten echter af van 12% in 2019 naar 11,7% 2020.

Figuur 2 personeelskosten en honorarium MSB (in € mln.)

Aandeel PNIL stijgt hard in Coronajaar

De toename in personeelskosten lijkt voornamelijk te worden veroorzaakt door de stijging van de kosten voor personeel niet in loondienst (PNIL). Deze namen met ruim 40% toe ten opzichte van 2019. De totale uitgaven voor PNIL stegen hiermee van € 3,2 miljoen naar € 4,5 miljoen. Ten opzichte van de totale personeelskosten was er tevens een toename van de PNIL waarneembaar. Deze steeg van 4,6% naar 6,1%. Het is de vraag of deze toename een eenmalig effect betreft vanwege COVID-19 of dat dit een structureel karakter kent. De toename is weergegeven in figuur 3.

Figuur 3 personeelskosten niet in loondienst (in € mln.)

Daling in patiëntgebonden kosten ten opzichte van de omzet

Tegenover de toename van de personeelskosten staat zowel een absolute als relatieve daling van de patiëntgebonden kosten. Na een absolute toename in de afgelopen jaren is dit een opvallend gegeven in 2020. Het is derhalve dan ook aannemelijk dat dit een eenmalig effect betreft vanwege COVID-19. In relatieve zin waren de patiëntgebonden kosten de afgelopen jaren circa 20% van de totale omzet. In 2020 is dit aandeel licht gedaald naar 19%.

Figuur 4 patientgebonden kosten (in € mln.)

Kleinere totale leningportefeuille zorgt voor afname rentelasten

De totale rentelasten namen in 2020 af met circa 6,3%. Met de afname daalden de totale rentelasten van ziekenhuizen van € 216 miljoen naar € 203 miljoen. Deze daling is niet opvallend gegeven de omvang van de totale leningportefeuille. Deze daalde in 2020 met bijna 8%. Dit toont tevens aan dat er in 2020 meer is afgelost dan dat er nieuwe financiering is aangetrokken. De coronacrisis en het feit dat hierdoor investeringen zijn uitgesteld, kan hieraan ten grondslag liggen.

Figuur 5 Ontwikkeling rente en leningportefeuille (2019-2020)

*In tientallen miljoenen €

Solvabiliteit neemt toe dankzij relatieve stijging eigen vermogen

De toename in de solvabiliteit van het afgelopen jaar kan worden verklaard doordat het eigen vermogen relatief sterker is toegenomen dan het balanstotaal. Het eigen vermogen steeg ten opzichte van 2019 met circa 5,5%. Het balanstotaal nam daarentegen toe met slechts 0,4%.   

Figuur 6 Ontwikkeling eigen vermogen en balanstotaal (2019-2020)