In voorgaande artikelen kwam reeds naar voren dat woningcorporaties en beleggers een groot deel van het Nederlandse zorgvastgoed in hun portefeuille hebben.
Als eigenaar of investeerder in zorgvastgoed is het waardevol te weten welk type zorginstelling de huurder is van uw vastgoed is en op welke manier deze zorginstelling bekostigd wordt. Het speelveld van de zorgsector is voortdurend onderhevig aan veranderende wet- en regelgeving die een impact kan hebben op de kredietwaardigheid van uw zorghuurders.
In de jaarlijkse ZorgRating benchmark is per deelsector reeds de spreiding van de ratings en de ZR-matrix weergegeven. In dit artikel staan wij stil bij de verschillende wijzen waarop de vier voornaamste deelsectoren worden bekostigd. Dit kan u helpen bij het inschatten van de omzetrisico’s van uw zorghuurders.
De vier deelsectoren van het zorglandschap
Het Nederlandse zorglandschap kan grofweg worden onderverdeeld in vier type instellingen:
- Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties (VVT)
- Gehandicaptenzorg instellingen (GHZ)
- Geestelijke gezondheidszorg instellingen (GGZ)
- Universitaire, algemene en categorale ziekenhuizen (ZKH)
VVT-, GHZ- en GGZ-instellingen huren veel van hun vastgoed en zijn logischerwijs vaak de zorghuurders waar een woningcorporatie of belegger mee aan tafel zit. Bij ziekenhuizen is dit slechts sporadisch het geval. In onderstaande grafiek is weergegeven hoeveel zorginstellingen Nederland telt en hoe hoog de omzet van de totale deelsector in miljoenen is (bron: CBS 2018, instellingen met meer dan tien werknemers of € 700.000 omzet).
Grafiek: Omzet van de totale deelsector in miljoenen
Zorgwetten met invloed op omzetstromen
Het zorgstelsel in Nederland wordt voornamelijk ondersteund door een viertal zorgwetten.
#1: Wet langdurige zorg (Wlz)
De Wlz is bedoeld voor mensen die de gehele dag zorg of toezicht in de nabije omgeving nodig hebben. Dit zijn bijvoorbeeld ernstig chronisch zieken, jongeren en volwassenen met een ernstige verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke beperking of vergevorderde demente ouderen.
#2: Zorgverzekeringswet (Zvw)
De wet die de verplichte basisverzekering regelt voor verzekerden. De Zvw is opgebouwd uit een inkomensafhankelijke bijdrage, de premies van de verzekerden, een gedeelte eigen risico en een algemeen zorgverzekeringsfonds. De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Zvw.
#3: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De Wmo heeft als voornaamste doel om ervoor te zorgen dat mensen hulp krijgen zodat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.
#4: Jeugdwet
In deze wet staat dat gemeenten moeten voorzien in het organiseren van de nodige hulp en zorg voor kinderen en jeugdigen. Vaak is dit een vorm van opvoedingshulp die valt onder de GGZ-sector.
De financieringsstromen die voortkomen uit deze vier wetten liggen vaak mede ten grondslag aan de opbrengsten van zorginstellingen en de stabiliteit ervan is daarmee essentieel voor de kredietwaardigheid van de huurders van zorgvastgoed. Bovendien kan het kennen van de omzetopbouw van een zorginstelling informatie bieden over de risico’s die een instelling loopt.
Verpleging en verzorging: hoe wordt de zorg bekostigd?
De verpleging en verzorging (en thuiszorg) wordt gekenmerkt door het relatief grote aantal zorginstellingen dat hier actief is en de beperkte omzet per instelling. Tevens is binnen deze sector de grootst financiële spreiding waarneembaar. De zorg wordt in deze sector voor meer dan zestig procent bekostigd uit de Wlz. Daarnaast wordt bijna een kwart bekostigd uit de Zvw, zes procent uit de Wmo en negen procent op een andere manier.
De GHZ-sector voornamelijk bekostigd uit Wlz
De gehandicaptenzorg kende de afgelopen jaren de beste financiële gezondheid in vergelijking met de andere deelsectoren. Net als de VVT-sector wordt de gehandicaptenzorg voornamelijk bekostigd uit de Wlz . De overige opbrengsten komen uit de jeugdwet, Wmo, Zvw en enkele andere bronnen waaronder subsidies.
De GGZ-sector kent een diversiteit aan omzetstromen
De geestelijke gezondheidszorg is al een aantal jaren financieel erg fragiel. De kredietwaardigheid ten opzichte van de andere deelsectoren ligt aanzienlijk lager en volgens de ZorgRating benchmark is de kredietwaardigheid het afgelopen jaar relatief verder afgenomen. Bovendien is de GGZ-sector de meest diverse sector wat betreft bekostiging. Iets minder dan de helft van de omzetstromen komt voort uit de Zvw. Zeventien procent van de opbrengsten komt uit de Wmo. Daarnaast is tien procent afkomstig uit de Jeugdwet. Verder wordt negen procent bekostigd uit de Wlz en achttien procent uit overige bronnen.
Ziekenhuizen: 76 procent wordt bekostigd uit Zvw
De ziekenhuiszorg kenmerkt zich door weinig instellingen die relatief groot van omvang zijn. Het gemiddelde van de sector bedraagt ongeveer € 340 miljoen per instelling, aanzienlijk groter dan bijvoorbeeld het gemiddelde van de VVT-sector van circa € 19 miljoen per instelling. Circa vijftien procent van de instellingen vergt volgens de ZorgRating benchmark financieel aandacht. Ziekenhuiszorg wordt voor 76 procent bekostigd uit de Zvw. Bijna een kwart wordt gefinancierd uit overige bronnen zoals bijvoorbeeld subsidies en een klein gedeelte Wlz.
Heeft u vragen over dit artikel?
Heeft u vragen over deze resultaten? Of wilt u sparren met onze adviseurs over (de uitdagingen rondom) zorgvastgoed? Stel u vraag aan onze experts. Wilt u weten waar uw zorginstelling staat ten opzichte van de markt? Bekijk de voorbeeldrapportages van ZorgRating of vraag direct een rapportage aan.